18 november
Vanmorgen kregen we eerst een rondleiding door de tuin en langs het vee dat bij de missiepost hoort.
Het vee, bestaande uit koeien, twee kalveren en geiten en kippen. Het geheel ziet er zeer goed uit.
Door de opbrengsten hiervan proberen ze zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn.
De tuin staat er mooi bij. Op dit moment groeien er bonen waarvan de erwten bijna geoogst kunnen worden.
De vraag om geld voor een omheining is gesteld. Geiten en stekelvarkens vreten nu soms een deel van de oogst op.
We hebben gezien hoe het irrigatiesysteem werkt.
Daarna door naar Kampi Turkana voor een bezoek aan de Primary School en het programma van de social worker Brian.
Social work besteedt naast sport, voorlichting over gezond leven en scholing nu ook aandacht aan de straatkinderen. Een groep van hen leert armbandjes maken die ze kunnen verkopen. We hebben gezien hoe ze gemaakt worden en er één gekregen met onze naam erop.
Bij de school kregen we een warm welkom van de dansgroep. Prachtig hoe ze staan te zingen en dansen. Ze zijn speciaal voor ons gekomen, het is hier nu vakantie.
De headtecher vertelde ons dat het aantal leerlingen groeit. Er is weer onrust geweest tussen verschillende stammen waardoor het aantal mensen in het vluchtelingenkamp is gegroeid. Sommige kinderen blijven, sommige keren terug.
Er zijn nu 12 lokalen, er moeten eigenlijk nog minimaal 3 bij om de kinderen goed te kunnen lesgeven. Met name in de onderbouw is het erg vol, tot wel 50 kinderen in één klas.
Via Unicef hebben ze nu eerst een tent gekregen om het tekort iets op te vangen. Ook heeft Unicef voorzien in boxen met lesmateriaal.
De school heeft zelf een bibliotheek aangelegd om zo het lezen bij de kinderen te stimuleren.
25% van de kinderen uit Kamp Turkana komt naar school. De rest kampt met sociale problematiek zoals te weinig eten, moeten werken.
Docenten zijn tevreden over opkomst. Ze rijden ook rond en stimuleren kinderen.
Er is geen lunchprogramma, hier is geen geld voor. Veel kinderen gaan met honger naar school of blijven hierom thuis.
Brian selecteert samen met Sister Anna kinderen die vanuit de Primary School door kunnen naar de Polytechnics School. Dit is een school waar vakopleidingen gegeven worden zoals automonteur, elektricien, kapster,metselaar en naaister. Een opleiding duurt twee jaar.
Dit jaar doen er zes examen en negen zijn in september gestart.
De Stichting betaalt voor 15 kinderen deze opleiding.
Tenslotte werden we meegenomen naar een kapsalon en een naaiwinkel. In de kapsalon werkt een doof en lichamelijk gehandicapt meisje, Nabilis die met hulp van het Lilianefonds daar kan werken.
De naaiwinkel wordt gerund door één van de studenten van de Polytechnics School die inmiddels klaar is. Ook hier werkt een doof meisje.